Anton Schalk: ‘doorgaan in perfectie’

Home » interview » Anton Schalk: ‘doorgaan in perfectie’

Anton Schalk: ‘doorgaan in perfectie’

Hoe ben je in aanraking gekomen met het greenkeepersvak?
Het greenkeeperswerk is mij eigenlijk met de paplepel ingegoten. Als kleine jongen ging ik graag mee met mijn vader (Peter Schalk) als hij weekenddienst had op de golfbaan. Samen bij zonsopkomst holes verzetten op de Hilversumsche Golfclub, de vogels horen fluiten, spelen bij de greenkeepersloods en natuurlijk crossen met de clubcar! Het zijn mooie herinneringen die ik koester.

Mijn ervaring met het greenkeepersvak begon op mijn veertiende toen ik naar golfbaan Zeewolde fietste omdat ik daar graag wilde werken. Ik was namelijk op zoek naar een leuke vervanging voor mijn krantenwijk, een baantje dat ik al snel zat was. Mijn vader belde Henk Boesveld, werkzaam op Zeewolde, en ik mocht langskomen. Bij Henk en Anton Metselaar (de hoofdgreenkeeper) begon ik als ballenraper op dinsdag en zaterdag. Na een periode waarin ik de golfbaan moest leren kennen en wennen aan de verantwoordelijkheid, mocht ik ook weekenddiensten doen en tijdens schoolvakanties werken. Dit was vooral veel bunkers harken en werken met tee- en bosmaaier. Doordat ik meer deed en vaker aanwezig was, leerde ik automatisch meer over het vak. Ik heb in die tijd veel samengewerkt met en geleerd van Christian en Jordy Nueboer (Christian is nu hoofdgreenkeeper) en John van den Bosse (nu hoofdgreenkeeper op De Goyer). Zij waren net iets ouder dan ik, maar we hadden een goede klik en heel veel plezier.

Deze leuke tijd op Zeewolde duurde tot mijn 18e. Terwijl ik op de roughmaaier zat (bij de tee van hole 1 van de oefenlus ‘Jol’) werd ik gebeld dat ik geslaagd was voor mijn VWO-examen. Ik was zo blij dat ik met mijn hoofd niet meer bij mijn werk had, waardoor ik een teebordje kapot reed! Na mijn middelbare school kwam ik los van het vak greenkeeping en ging ik studeren: bestuurskunde op de Haagsche Hogeschool. Mijn interesse lag en ligt nog steeds bij de politiek, geschiedenis, maatschappij en overheid.

Tijdens mijn studie werkte ik parttime op Duinzicht, via AHA de Man, met hoofdgreenkeeper Wesley Hogendorp. Wesley hield mijn enthousiasme voor het greenkeepersvak tijdens mijn studie in leven en heeft mij veel geleerd. Ik heb daar echt een hele leuke tijd gehad! Na mijn studie bleef ik daar werken werken tot het einde van het seizoen. Via via kwam ik vervolgens in contact met Vincent de Vries, die mij introduceerde bij De Ridder.

Vincent bood mij tijdelijk werk aan op de Rijswijkse GC. Hier kon ik niet de hele winter terecht, maar ik moest natuurlijk wel werk hebben. Dat heb ik aangegeven, waarna De Ridder mij de kans bood werkzaamheden op kantoor te doen, om zo de winter te overbruggen. Ik hield me o.a. bezig met administratief werk, hielp met het schrijven van aanbestedingen en heb een bedrijfsfilm voor De Ridder gemaakt. Inmiddels zijn we drie jaar verder en functioneer ik als junior projectleider golf als de rechterhand van mijn collega Alexander de Vries.

En die rol bevalt mij zeer goed! Ik ben een generalist: ik weet van veel dingen een beetje en ik leer snel. De studie bestuurskunde raakt aan veel disciplines en heeft mij geleerd hoe ik binnen en tussen die verschillende disciplines een brug kan slaan tussen theorie en praktijk. Dit kan ik goed toepassen in mijn huidige baan. Door deze ervaringen en mogelijkheden leer ik het vak snel van verschillende kanten kennen.

Hoe zou je (jonge) mensen motiveren om greenkeeper te worden?
Net als vele anderen vind ik dit een lastige vraag, maar ik denk dat het vak in eerste instatnei meer zichtbaar moet zijn. Jonge mensen zijn zich er volgens mij amper van bewust dat het vak bestaat. Met alleen af en toe een bericht op Instagram is je bereik als vakvereniging niet groot. Ons werkveld zou qua communicatie meer professionaliseert kunnen worden.

Een deel van het probleem ligt, denk ik, bij de waarde die de maatschappij hecht aan mensen die praktisch werk verrichten. In mijn beleving is sociale status steeds belangrijker in onze samenleving, vooral onder jongvolwassenen. Helaas wordt aan praktische beroepen – waaronder greenkeeping – al snel een lage sociale status toegekend. Volkomen onterecht, als je het mij vraagt.

Vertel eens iets over jezelf. Wat zijn bijvoorbeeld je activiteiten naast je werk?
Met mijn vriendin woon ik nu bijna een jaar met veel plezier in Breukelen. We hebben inmiddels onze draai gevonden in dit leuke dorpje onder de rook van Utrecht. Na lang sparen heb ik vorig jaar eindelijk een motor gekocht, een Yamaha MT07. Als het weer het toelaat, geniet ik daar intens van.

Door mijn studie in Den Haag en lidmaatschap van een studentenvereniging heb ik daar nog een grote vriendengroep. Tussen de drukke werkweken door ga ik graag naar de Randstad om ze op te zoeken; we proberen de groep ondanks ons drukke leven bij elkaar te houden. Begin juli gaan we bijvoorbeeld een weekje wandelen in Oostenrijk, en met een aantal fanatieke fietsers gaan we jaarlijks naar Limburg voor een lang fietsweekend. Sommige van mijn vrienden hebben ook een motor en met hen toeren is ook nog een plan.

Sporadisch ben ik ook een mooi-weer-golfer. Ik ga weleens met mijn vader en opa golfen op Swifterbant. Mijn opa is 92 jaar en speelt nog regelmatig.

Wie is je grote voorbeeld, op wie ben jij trots?
Ik vind dit een lastige vraag. Ik volg niet iemand op sociale media. Het is misschien een cliché, maar ik noem mijn vader. Gedrevenheid en ook zorgzaamheid zijn dingen die ik bewonder in mijn vader. Je ergens toe zetten, je schouders eronder zetten. Soms kan ik daarin doorschieten, net als mijn vader. Dan moet het net té perfect zijn en vragen we teveel van anderen. We verliezen dan de referentiekaders en gaan maar door in perfectie.

Het is een inspiratie voor mij om te zien hoe zorgzaam hij is. Zorgzaam voor zijn ouders, broers, zussen, voor ons als kinderen., oprechte zorgzaamheid. Dat bewonder ik en ik probeer ook zelf zo te zijn.

Hoe zouden jouw collega’s je omschrijven?
Ook dat vind ik heel moeilijk om te beantwoorden! Ik denk dat ze zouden zeggen dat ik secuur en nauwkeurig ben, behulpzaam, maar soms ook koppig of chagrijnig. Ik ben echt totaal geen ochtendmens (ja, ik weet het, dan heb ik het verkeerde vak gekozen!) en kan ’s ochtends best kortaf zijn. Laat mij de eerste uren van de dag maar greens maaien; dan ben ik weer helemaal vrolijk in de koffiepauze, haha.

Heel 2024 is het NGA-thema #TOEKOMST. Waar denk jij aan bij het woord ‘Toekomst’?
Zoals ik het beleef, denk ik dat het greenkeepersvak gaat veranderen omdat de wereld om ons heen verandert. Ik ben opgegroeid in de jaren negentig toen er nog veel geld was, en veel ruimte voor (investeringen) in de kwaliteit van golfbaan(onderhoud). Momenteel lijkt het dat er steeds minder geld is te besteden. We moeten van het gebruik van bestrijdingsmiddelen overgaan naar IPM. We moeten anders gaan denken. De hoofdgreenkeeper zal meer een managementrol gaan vervullen. Er zal meer aandacht komen voor droogte, klimaatverandering, biodiversiteit. Daarbij is het mijn persoonlijke overtuiging dat de sport golf an sich te goedkoop is. Ik vind het zonde om te zien dat het onderhoud steeds efficiënter en dus goedkoper moet. Technische kwaliteit en streven naar perfectie maken plaats voor monotone kortgemaaide golfbanen, waar zoveel mogelijk flights door de baan gejaagd kunnen worden. Door de vergrijzing verlaten deskundige en ervaren greenkeepers langzamerhand het vak; goedkope seizoens- en uitzendkrachten nemen hun plaats in. Aan de ene kant begrijp ik deze keuze, anderzijds denk ik dat het afbreuk doet aan het vak greenkeeping. In plaats van efficiënt productie draaien, zullen we moeten overgaan op een meer holistische benadering, de weg van IPM. Mijn benadering: wees niet bang om te experimenteren en om het helemaal anders te doen. Want als we op de huidige voet doorgaan, worden we vanzelf ingehaald door de realiteit (en de robots?).