Hoe ben je in aanraking gekomen met het greenkeepersvak?
Na het slagen voor de middelbare tuinbouwschool ging ik werken in het groen. Mijn vader, faunabeheerder in Zoetermeer, kwam op het terrein waar de Burggolfbaan Zoetermeer werd aangelegd en het pas ingezaaide gras begon te groeien. Hij vroeg zich af of het werk als greenkeeper niet iets voor mij was. Mijn eerste gedachte was: is het daar niet vreselijke kak, met alleen maar mensen uit de elite? Toch was ik wel nieuwsgierig en heb ik de stap gezet. Daar heb ik tot de dag van vandaag geen spijt van gehad. Ton Metselaar heeft mij met veel enthousiasme de liefde voor het vak bijgebracht.
Ik ben 25 jaar greenkeeper en hoofdgreenkeeper op verschillende banen geweest. Na een uitstapje van acht jaar, waarin ik in de bouw werkte en met een klein team ca. 100 appartementen heb gebouwd, ben ik nu weer terug in het mooie greenkeepersvak. Toen ik gemeentemedewerkers op hun maaier zag zitten, begon het weer te kriebelen; dat wilde ik ook. Dat was voor mij een teken dat ik terug wilde in het groen.
Via connecties kwam ik bij AHA de Man aan het werk, waar ik de keuze had uit diverse projecten. Ik koos er bewust voor om te gaan werken bij een verenigingsbaan, een kleine par-3-baan, Concordia. Daarvóór werkte ik veelal op commerciële banen. Concordia is een gezellige verenigingsbaan; de sfeer is er prettig. Ik doe het werk daar alleen, wat inhoudt dat ik de vele uren die ik in de zomer draai in de winter compenseer. Ik houd van de zon, van warmte. Dit vak leent zich ervoor om ‘s zomers in Nederland te werken en in de wintermaanden met opgespaarde uren langere tijd naar of door warme landen te reizen.
Dit jaar werk ik behalve op Concordia ook op Bentwoud. Dat geeft veel energie, maar het kan ook wat stress opleveren, want ik kan niet op twee banen tegelijk aanwezig zijn. Ik krijg veel steun van AHA de Man. Het is een prettig en flexibel bedrijf met korte lijnen. Als ik het niet red, kunnen er ‘vliegende’ greenkeepers worden ingezet. Heel fijn.
Hoe zou je (jonge) mensen motiveren om greenkeeper te worden?
Ik heb twee kweekvijversuggesties voor potentiële collega’s. De eerste is om mensen te zoeken die interesse hebben. Zoek kandidaten die al ervaring hebben in het groen en benader groenopleidingen. Als tweede adviseer ik om op zoek te gaan naar jonge golfers.
Vervolgens is het ‘t allerbelangrijkste dat je ze enthousiast maakt. Dat doe je door ze te betrekken bij alle werkzaamheden en bijvoorbeeld niet te lang alleen bunkers te laten harden; dan haken ze af. Maak ze allround; dat maakt het werk afwisselend. Dat is leuker voor hen en ze zijn breder inzetbaar. Je kunt iemand in één seizoen alle basiswerkzaamheden leren, maar daar moet je wel tijd in investeren en aandacht aan besteden. Er zijn onlangs twee nieuwe jongens gestart op Bentwoud. De ene maaide voorheen plantsoenen bij de gemeente en had geen golfervaring. De andere collega golft al drie jaar, maar had nog nooit een maaimachine van dichtbij gezien. Ik neem zo een middag de tijd om met hen beiden holes te verzetten, uitleg te geven – ook over bijvoorbeeld speltechnische zaken – en ze zelf dingen te laten doen. Nu kunnen ze het. Het investeren in tijd levert heel veel op.
Vertel eens iets over jezelf. Wat zijn bijvoorbeeld je activiteiten naast je werk?
Naast mijn werk ben ik vooral bezig met de paardensport. Ik fok pony’s die de (dressuur)sport in gaan. Ik rijd zelf geen wedstrijden meer. Ik heb momenteel vijf pony’s, inclusief veulen. Twee pony’s staan bij hun ruiter. De moedermerrie van 20 jaar en de dochter van vier hebben onlangs tegen elkaar gestreden. Moeder won – uiteraard. Ik vind het leuk om mee op wedstrijd te gaan. De overige jonge pony’s staan in de buurt, bij de opfok. Naast mijn hobby en liefde voor paarden heb ik een 20-jarige studerende zoon thuis wonen, waar ik erg van geniet.
Wie is je grote voorbeeld, op wie ben jij trots?
Als ik denk aan mijn voorbeelden, dan zijn het mijn zussen. Het zijn twee geweldige, zeer verschillende dames, waar ik veel aan heb en met wie ik een goede band heb, in goede en slechte tijden. We staan altijd klaar voor elkaar, ook al zien we elkaar niet elke maand.
Hoe zouden jouw collega’s je omschrijven?
Ik denk dat ze me een vakidoot vinden, en dat ze het prettig vinden dat ik mijn antwoord klaar heb. Dat ik veel werk, daar zullen ze ook wel wat van vinden.
De meeste mensen wil ik allround opleiden. Ik vind het soms wel eens moeilijk als anderen dat niet zo zien. Dan ga ik er soms teveel vanuit wat ik zelf zou willen en ervaar ik af en toe onbegrip. Ik ben me daar in de loop van de jaren wel bewust van geworden. Ook ik word ouder en wijzer.
Eigenlijk vind ik dit wel een leuke vraag, al vond ik dat in eerste instantie niet. Ik zal het morgen gelijk eens vragen tijdens de koffie. Ik ga ervan uit dat ze dan een eerlijk antwoord geven. Dat zou ik een compliment vinden, want hopelijk weten ze dat ze alles tegen me kunnen zeggen.
Heb je een lijfspreuk?
Iedereen is gelijk. Of je nou jaren ervaring heb of net begint als greenkeeper, iedereen is voor mij even belangrijk. Inzet en motivatie maken het verschil.
Heel 2024 is het NGA-thema #TOEKOMST. Waar denk jij aan bij het woord ‘Toekomst’?
Ik denk dat er in het greenkeepersvak nog wel wat gaat veranderen. En dan doel ik op robotisering en ook qua gebruik van (natuurlijke) herbiciden en fungiciden. Ik merk dat het begrip voor de greenkeepers de afgelopen jaren niet is gegroeid. Wat zou het mooi zijn als we weer terug gaan naar hoe het was: op maandag onderhoud, op die dag geen golfers op de baan. Gelukkig is er bij ons goed overleg met de club, het bestuur en de baancommissie over waarom iets gedaan moet worden. Daar krijgen wij dan de tijd en ruimte voor.
De ‘toekomst’ op de kortere termijn: meewerken met de NGA Ladies Only-greenkeepers om de baan van Bernardus in topconditie te houden tijdens de Solheim Cup in 2026. Op de aankomend NGA-ladies only day, op 21 oktober op de Sallandsche GC, zullen we de verhalen horen van onze collega-greenkeeper Anne. Zij heeft dit jaar in Amerika meegewerkt aan deze golfwedstrijd tussen vrouwen uit Europa en de VS.