Hoe ben je in aanraking gekomen met het greenkeepersvak?
Ik heb de opleiding akkerbouw & plantenteelt gevolgd, in de volle overtuiging dat ik in de landbouw wilde werken. Mijn opa had een boerenbedrijf en via hem kwam ik in aanraking met dit werk. In mijn vakanties was ik vaak te vinden bij de tulpenboer, waar ik hielp met het pootgoed. Na mijn opleiding in 2006 was ik op zoek naar werk en werd ik door een kennis getipt over een vacature op een golfbaan, de Woeste Kop. Door te solliciteren en te beginnen met bunkers harken en takjes weghalen, ben ik het werk ingerold en verknocht geraakt aan dit geweldige vak.
In 2006 was Bert van Veen hoofdgreenkeeper en werkten we in dienst van de golfclub. In 2012 ging het onderhoud over naar H4A en werd Arjen Westeneng hoofdgreenkeeper. Vier jaar geleden heb ik het stokje van Arjen overgenomen, toen hij een stapje terug deed en g12 uur ging werken. Wat ik knap vind, is dat Arjen mij na deze wissel volledig de ruimte gaf. Ik kon dingen veranderen en ik kon altijd bij hem terecht om te sparren. Sinds een jaar werkt Arjen op de Goese Golfclub en hebben we nog steeds goed contact. We sparren bijvoorbeeld over schimmeldruk.
Ons team bestaat inmiddels uit vijf greenkeepers. Als we extra handen nodig hebben, bijvoorbeeld voor het leggen van zoden, kan dat geregeld worden via de aannemer H4A. Dat is een groot voordeel. Daarnaast is er binnen de aannemer veel expertise, bijvoorbeeld voor het snoeien van bomen, en kunnen ze snel machines leveren.
Momenteel komt er veel op mij af. Een renovatie is nog maar net achter de rug, en de nominatie voor Greenkeeper of the Year is alweer in volle gang. Ik sta niet graag op de voorgrond, maar ik moet zeggen dat ik het wel superleuk vind. De jury is langs geweest; we hebben over de hele baan gewandeld en ervaringen uitgewisseld. Ik vond het een hartstikke leuke dag.
Hoe zou je (jonge) mensen motiveren om greenkeeper te worden?
Het is een mooi vak. Veel mensen denken dat je alleen op de maaier zit, maar het werk is zoveel meer. Wat het werk mooi maakt, is het complete plaatje, van boomverzorging tot prikken, beregening en innovaties. Het is erg divers. Wat ik ook superleuk vind, is het omgaan met mensen. Ik vind het fijn een band te hebben met de golfers en de verschillende stakeholders op de baan. Omdat we een ledenbaan zijn, zie je veelal dezelfde mensen, waardoor je een goede band kunt opbouwen. Ik vind het zo leuk om hier te zijn; mijn dagen vliegen voorbij.
Vertel eens iets over jezelf. Wat zijn bijvoorbeeld je activiteiten naast je werk?
Ik ben een trotse papa van twee meisjes van vier en acht jaar. Het zijn mijn oogappels. Zij zijn ook al besmet met het golf- en greenkeepingvirus. Afgelopen zaterdag zijn ze mee geweest. Dan helpen ze bijvoorbeeld met het verwijderen van de vlaggen als ik maai. De oudste is begonnen met golfen. Dit jaar heeft ze meegedaan aan een jeugdkamp. Superleuk! Tijdens het jeugdkamp hebben wij, de greenkeepers, uitleg gegeven over het vak. We gingen naar de machines kijken en vertelden over verschillende grassoorten en dieren; zij konden mij laten zien hoe je pitchmarks herstelt. Konden ouderen het maar zo goed!
Twee à drie keer per jaar ga ik naar Frankrijk om karpers te vangen. Soms vang ik wel 50 vissen. Tijdens mijn laatste visreis was dat er maar één, maar wel de zwaarste die ik ooit heb gevangen: 26,9 kilo schoon aan de haak. Ik ga altijd met mijn vaste maat. We zijn op jonge leeftijd begonnen met vissen in een vijvertje in de buurt, en daarna gingen we naar een groter water in de polder. In april 2025 staat onze volgende trip al geboekt. We gaan dan naar Zuid-Frankrijk, omdat het daar warmer is. Karpers zijn passief in de winter en de vangkans is kleiner als het koud is. Als het warmer wordt, is hun spijsvertering actiever.
In de wintermaanden steek ik tijd in het bouwen van een wagen voor de carnavalsvereniging. Ik zit in het bestuur. Wij kopen de wagen en verbouwen deze. Mijn vrouw helpt ook mee; zij maakt de kostuums. In onze gemeente, Hulst, leeft carnaval. Lokale bedrijven sponsoren ons. Zonder sponsoren, de steun van de gemeente en alle vrijwilligers zou het niet mogelijk zijn om een wagen te kopen, laat staan op te tuigen.
Wie is je grote voorbeeld, op wie ben jij trots?
Ik ben sowieso trots op mijn ouders. Zij hebben mij gevormd. Ook heb ik heel veel geleerd van Bert en Arjen. Daar ben ik ze erg dankbaar voor.
Hoe zouden jouw collega’s je omschrijven?
Dit vind ik een moeilijke vraag, want ik ben best wel bescheiden. Ik denk dat ze heel positief over me zijn, dat ze mij een sociaal persoon vinden. Ook vinden ze me open en zullen ze zeggen dat ik van gezelligheid houd. Ik spaar de ‘oude mannetjes’. Oude mannen spaar je, want die hebben veel kennis waar ik veel van kan leren. Wat ze zeker zullen zeggen, is dat ik heel opgeruimd ben, bijna lichtelijk autistisch. De maaier moet en zal op dezelfde plaats teruggezet worden. Als dat niet gebeurt, dan word ik niet boos, maar zeg ik het wel. Het hok met kunstmest is georganiseerd, soort bij soort; de gereedschapskar is netjes. Daar heb je later veel plezier van, dan weet je tenminste waar sleutel 19 ligt!
Heb je een lijfspreuk?
Stilstand is achteruitgang.
Heel 2024 is het NGA-thema #TOEKOMST. Waar denk jij aan bij het woord ‘Toekomst’?
De toekomst wordt uitdagend. Met het waterverbruik zijn we intensief bezig bij de club. Tot nu toe hebben we nog geluk in Zeeland. Er is goed contact met waterschappen. Nu mag je nog water onttrekken, maar er komt een moment dat dat aan banden wordt gelegd, of op zijn minst dat we minder mogen oppompen.
De club heeft een denktank in het leven geroepen, genaamd H2O. In deze denktank zit onder andere iemand met kennis over milieutechniek en de architect; zij onderzoeken manieren om water te besparen. Door gedegen onderzoek en het vergelijken van cijfers, kwamen we erachter dat er een lekkage was in de vijvers. De leden van de denktank onderzoeken wat de juiste milieutechnische wijze is om de lekkage te dichten. Verder zijn we overgestapt op back-to-back sproeiers, wat ook een besparing opleverde. Het mixen van zout en zoet water houd ik bij met een meter; ook dat heeft de aandacht van de denktank. Ik vind het zeer leerzaam.
Wat betreft het gebruik van chemie verwacht ik dat we over een aantal jaar niets meer zullen gebruiken. Als je kijkt naar wat we 18 jaar geleden deden en wat we nu doen, zie je al zo’n wereld van verschil. Wij hebben nu wel last van fusarium en een beetje van dollarspot. Ik merk een positieve ontwikkeling bij golfers. Tien jaar geleden waren madeliefjes een probleem, nu worden ze geaccepteerd. Zelfs fusarium wordt geaccepteerd.
Onze baan is GEO-gecertificeerd. Door GEO wordt de samenleving erbij betrokken. Een voorbeeld: twee wandelaars, die helemaal niets met golf hebben en gek zijn op vogels, hebben meegeholpen met het ophangen van vogelhuisjes die in een sociale werkplaats gemaakt zijn. Geweldig vind ik dat!