In week 11 is er wederom een kleine delegatie van ons naar de FEGGA-conference gegaan. Voor wie niet weet wat de FEGGA is, volgt hier een kleine intro. De FEGGA is de verbindende organisatie voor greenkeeper-associaties. Op de conference komen dus veel vertegenwoordigers van greenkeeper-associaties bij elkaar. Het is de bedoeling dat we met en van elkaar leren. Deze keer waren er 24 nationaliteiten aanwezig. We bespreken elk jaar wat de issues in elk land zijn en wat de potentiële oplossingen zijn. Deze issues kunnen greenkeeping gerelateerd zijn maar ook associatie gerelateerd.
Net als elke associatie kan de FEGGA niet bestaan zonder sponsoren, En gelukkig heeft de FEGGA er genoeg. Elk jaar organiseert de FEGGA een speeddate-sessie, waarbij de deelnemers vijf minuten kennis kunnen maken met de sponsoren. In totaal duurt deze sessie maar liefst twee uur. Dit is erg intens en eigenlijk te kort, maar het geeft een mooi startsein voor de rest van de week.
Vroeg op, lange dagen, lekker eten. Eigenlijk kan ik het daarbij laten, maar toch vertel ik graag wat meer. Er waren veel sessies en presentaties, die ik hieronder opsom.
Een bloksessie van de Amerikanen, Engelsen, en Canadezen ging over de associaties:
- Hoe breng je focus aan, zodat je met je organisatie niet van de hak op de tak springt.
- Hoe creëer je een goede vrijwilligerspoel en hoe maak je deze effectief.
- Wat komt erbij kijken als je een event organiseert waaraan verdiend moet worden.
- Thank a greenkeeper-event: het effect/bereik en hoe dit nog beter kan.
Een bloksessie van de EGA, STRI, R&A, FEGGA:
- Stand van zaken m.b.t. Europese ban op gewasbeschermingsmiddelen.
- Gezamenlijk onderzoek nodig voor greenkeeping.
Een bloksessie van DLF, Barenbrug:
- Inzicht krijgen in de behoeftes van de greenkeeper en daarop inspelen.
- Eigenschappen die belangrijk worden, maar die nog niet getest worden voor de ranglijsten.
Al met al waren het goede, intensieve en lange dagen. Gelukkig konden we deze kennissessies en groepsgesprekken afwisselen met een groepsactiviteit en veel goed eten.
Na een week als deze is het altijd bezinnen. Wat heb ik opgestoken en wat kunnen we implementeren bij de NGA? Arrogant als het klinkt, vind ik dat we het best goed voor elkaar hebben. Onze focus is duidelijk en de missie niet te ingewikkeld. Onze vrijwilligerspoel wordt telkens groter en actiever. Onze evenementen worden steeds drukker bezocht.
Uiteraard kunnen we ook het een en ander verbeteren. Neem bijvoorbeeld de ‘Thank a greenkeeper-day’. Hier waren we een aantal jaar terug behoorlijk voortvarend in, maar afgelopen jaar hebben we achterover geleund. De focus voor dit jaar zal zijn om ook buiten de greenkeeperswereld aandacht te krijgen voor onze greenkeepers t.b.v. erkenning en naamsbekendheid voor ons vak.
You get out what you put in – dat gaat op voor alles in het leven, ook voor ons lidmaatschap bij de FEGGA. Dit is ook een verbeterpuntje dat de NGA kan oppakken. Namelijk meer door het jaar heen met de FEGGA bezig zijn met als doel de NGA verbeteren.
You get out what you put in had ook een goed begin kunnen zijn voor een volgend stukje van de voorzitter. Dit is namelijk ook van belang voor de leden van de NGA. Je kunt jaren lid zijn zonder er wat uit te halen. Dit is echter zonde van de energie die onze vrijwilligers erin stoppen. Gelukkig zie ik erg veel leden er baat bij hebben dat ze lid zijn. Het gebruik maken van de PTC of het deelnemen aan een van onze regiodagen geven net die extra kennis en energie die het verschil kunnen maken. Zo zijn er nog vele voorbeelden. Ik ga me voornemen om meer te halen uit ons lidmaatschap bij de FEGGA. Neem jij je voor om nog meer te halen uit je lidmaatschap van de NGA?