Paul Willemsen: ‘Het mag best moeite kosten’

Home » interview » Paul Willemsen: ‘Het mag best moeite kosten’

Paul Willemsen: ‘Het mag best moeite kosten’

Hoe ben je in aanraking gekomen met het greenkeepersvak?
Op mijn 16e ben ik in de vakanties begonnen als ballenraper bij de Oijense Zij, een par-3- golfbaan. De golfbaan lag twee deuren bij mijn oma vandaag. Via connecties van mijn oma en mijn oom kwam ik terecht bij de golfbaaneigenaar, Jan van Erp. Het ballenrapen deed ik algauw niet meer alleen in het weekend, maar iedere dag na school en in de vakanties. Van lieverlee deed ik meer klusjes.

Op de middelbare school wist ik al dat ik iets met groen wilde doen. Welke richting precies was me nog niet duidelijk. Ik koos voor een bbl hoveniersopleiding en ging werken bij een hoveniersbedrijf, waar ik aanleg en onderhoud van tuinen leerde. Ik kwam erachter dat het werk op een golfbaan meer bij mij paste. Als hovenier deed ik één keer per jaar onderhoud. Ik vond het lastig dat ik voor mijn gevoel dan de ‘rommel’ op moest ruimen. Op een golfbaan ben je dagelijks het terrein aan het bijhouden. In die tijd kreeg ik van Jan (van Erp) de kans om fulltime op de golfbaan te gaan werken. Vervolgens heb ik de greenkeepersopleiding gevolgd. Ik heb elfenhalf jaar bij de Oijense Zij gewerkt, tot ik naar de Duke ging, om vervolgens neer te strijken op mijn huidige locatie: Bernardus. Ik heb wel mijn GVB gehaald, speel helaas bijna niet. Ik zou weer les moeten nemen en gebruikmaken van de mogelijkheid om te spelen op Bernardus. Ik heb NGA-greenkeeperswedstrijd op 7 oktober 2024 wel in mijn agenda staan. Ik geef me dan waarschijnlijk op voor de dit jaar speciale par-3 wedstrijd.

Ik werk nu zesenhalf jaar op Bernardus. Het eerste jaar was hectisch. Ik was betrokken bij de aanleg in een jaar (2017) dat het extreem droog was. We werkten lange tijd in ploegendienst om de baan in te groeien, van water te voorzien. Zeven dagen, twee ploegen. Dat was heel intens, ook qua uren maken. We deden er alles aan om de baan in leven te houden. Vanaf mijn begin daar tot aan nu hebben we drie KLM-Opens gehost. Ik zie Bernardus als een deel van mijzelf en heb al verschillende posities gehad; greenkeeper, senior spray technician, twee jaar irrigation technician, en sinds een jaar ben ik tweede man van Niall Richardson, de superintendent. Afgelopen september ben ik naar de Solheim Cup in Spanje geweest, dit omdat dit prestigieuze vrouwentoernooi in 2026 op Bernardus zal plaatsvinden

Hoe zou je (jonge) mensen motiveren om greenkeeper te worden?
Greenkeeping is een vak dat voor iedereen een passie of uitdaging biedt, van welk niveau dan ook. Er is veel ruimte om je te ontwikkelen. Machines, flora & fauna, data-analyse, er zijn tal van mogelijkheden . Het is belangrijk te benadrukken dat het vak meer is dan grasmaaien.

Vertel eens iets over jezelf. Wat zijn bijvoorbeeld je activiteiten naast je werk?
Ik ben echt een gezelligheidsmens. Is er een feestje bij vrienden of familie met een hapje en drankje, dan ben ik daar te vinden.  Ik ben een buitenmens en vaak op of rond het water te vinden. Ik heb een boot. In coronatijd hebben we meer gevaren dan nu. Tijd is de belemmering en we zijn meer gebonden aan huis. Mijn vrouw en ik hebben inmiddels een zoontje van twee jaar en binnenkort verwachten we een broertje of zusje. Werk is heel erg belangrijk voor mij. Ook als ik weg ben, ben ik gedachten bij de golfbaan, bekijk ik het weerbericht. Ik ben niet geïnteresseerd in sport, maar ik zou wel iets moeten doen, want ik word steeds ‘groter’, zeg maar. Als leidinggevende ben ik minder in beweging dan dat goed voor me is. Ik onderhoud ook graag mijn tuin, ben graag aan het klussen in en om het huis – als smoesje om niet te hoeven sporten.
Tot mijn 16de heb ik gekanood, slalomkano; ik was toen ook al op het water te vinden. Met de kanovereniging gingen we naar Duitsland en Frankrijk, waar de rivieren stromen, om wedstrijden mee te doen. Maar toen ik het uitgaansleven ontdekte, stopten deze kampeerweekenden.

Wie is je grote voorbeeld, op wie ben jij trots?
Dan moet ik zeggen dat ik heel trots ben op mijn vrouw. Zij houdt het gezin draaiende, terwijl zij zelf ook werkt. Zij ondersteunt mij altijd bij de keuzes die ik maak. Ik ben vroeg en lang weg en help mee bij internationale toernooien. Drie keer KLM open in tweeënhalf jaar tijd, dat vond zij pittig met een klein kind. Zij is mijn held.

Hoe zouden jouw collega’s je omschrijven?
Dit vind ik een lastige vraag. Ik ben vrij direct en ik kan ook hard zijn naar de jongens toe. Met name in de Engelse taal (veel collega’s spreken Engels) ben ik directer. Dat krijg ik regelmatig als feedback.  Ik ben zelf opgegroeid met de mentaliteit: niet zeuren, maar doen. De lat leg ik hoog. Soms is dat lastig voor collega’s die me niet goed kennen. Als ze me beter leren kennen, waarderen ze wel dat ik ook hard (mee)werk. De leidinggevende functie die ik nu bekleed, moet ik leren. Niall en George helpen me daar zeker mee. Ik kan voor mezelf hard zijn, alles mag wijken, maar ik ben me ervan bewust dat ik dat niet van andere kan verwachten. Ik werk eraan dat iedereen zichzelf kan en mag zijn.
Ik denk ook dat ze vinden dat ik gedetailleerd kan uitleggen. Stap voor stap neem ik mijn collega’s mee hoe ik het wil hebben. De lat moet hoog liggen, iedere dag iets hoger het liefst. Ik denk dat ze weten dat ik ook van gezelligheid hou. Vrijdagmiddag een biertje drinken is mij niet vreemd. Er is genoeg tijd om grappen te maken en voor zelfspot.

Heb je een lijfspreuk?
Dit sluit op vorige vraag aan: ‘waar een wil is, is een weg’. Opgeven is voor mij geen optie. Ik kan doelen aanpassen, maar ik ga vrij ver om alles te bereiken wat ik wil. Ik denk graag out of the box; hulp vragen doe ik steeds beter. Ik ben een aanpakker. Het mag best moeite kosten.

Ik ben gefascineerd door watermanagement. Een probleem met de drainage wil ik oplossen. George, mijn collega, zou zeggen dat ik dan zonder probleem ook bij vijf graden in mijn waterpak het water in ga. Waterhuishouding is een interessant (toekomstig) uitdaging.
Waterstroming, kano, boot, ….water is een passie van mij.

Bernardus is een stukje van mijzelf. Waardering is fijn, maar ik hoef geen erkenning voor wat ik doe. Daar word ik zelf eerder ongemakkelijk van. Ik kan wel makkelijk complimenten geven.

Heel 2024 is het NGA-thema #TOEKOMST. Waar denk jij aan bij het woord ‘Toekomst’?
Ik denk dat de toekomst in greenkeeping meer datagestuurd onderhoud gaat worden. Inzicht in watergebruik, geen verspilling van bemesting. Meer specialisatie – meer data verzamelen. Ik kijk nieuwsgierig naar de toekomst en probeer op te hoogte te blijven van de ontwikkelingen. Ik lees veel op internet en social media. Mijn hoofd maakt overuren.

Wij zijn nu al druk bezig met de voorbereidingen voor de Solheim Cup. Achter de schermen komt de Solheim Cup elke dag ter sprake. We maken plannen, doen research. Een jaar geleden zijn we al begonnen met het maken van een draaiboek en met het nadenken over veranderingen in de baan. Een jaar voordat de Solheim Cup gehouden wordt, zijn de projecten klaar, waaronder het veranderen van de routing; dan onderhouden we de golfbaan voor het damestoernooi met alle focus op het gras.