Hoe ben je in aanraking gekomen met het greenkeepersvak?
Ik ben een beetje op een ongebruikelijke manier greenkeeper geworden. Mijn toenmalige werkgever verlengde mijn contract niet; ik zat namelijk in de ziektewet. Het was moeilijk een passende baan te vinden na mijn opleiding bos- en natuurbeheer. Ik had contact met de gemeente en werd benaderd door een tussenpersoon, die ook golfte. Hij bood mij de mogelijkheid om te kijken en mee te lopen met het greenkeepersteam op de golfbaan in Nunspeet. Hij was van mening dat iemand met groene vingers dit vak echt wel leuk moet vinden. En gelijk had hij. Ik ben verkocht aan het vak. Ik ben nu werkzaam op Golfbaan Het Rijk van Nunspeet en werk er via aannemer De Enk Groen & Golf BV. Ik doe al veel soorten werkzaamheden, en wat ik niet kan, probeer ik te leren. Ik ga altijd voldaan naar huis. Als greenkeeper beweeg je superveel, moet je zware dingen tillen. Je moet wel letten op de manier waarop je tilt, op je lichaamshouding.
Ik werk nu twee jaar op de golfbaan. Naarmate ik meer leer en meer meedenk, wordt het werk alleen maar leuker. Als je meer weet, wordt het ook weer moeilijker. Je komt er namelijk achter dat je aan zoveel moet denken; ziektes herkennen, erop inspelen. Het maakt alles wel uitdagender. Ik blijf mezelf graag uitdagen. Ik wist niet dat ik dit werk kon; ik heb het moeten leren en ik kan het dus wel. Ik heb nog niet een kwart van de kennis die ik zou moeten hebben. Soms laten mijn collega’s mij ‘zwemmen’ om dingen zelf te ervaren, maar bij een hulpvraag geven ze altijd thuis.
Ik heb veel ambities en zou het super top vinden om in het buitenland te werken. Schotland, Engeland en Nieuw-Zeeland staan boven aan mijn lijst. Ik kies ervoor om eerst aan mijn opleiding tot greenkeeper te beginnen. In het vak van greenkeeper kun je alle kanten op. Het is jammer dat het beroep niet bekend is. Ik had er zelf ook nog nooit van gehoord. Er komt zoveel bij kijken. Je moet ook je boerenverstand gebruiken om dit werk te doen. Behalve dat je de werkzaamheden goed moet uitvoeren, ben je tevens gastvrouw. Goede sociale vaardigheden zijn dus ook aan de orde. Ik word, zeker als vrouw, vaak aangesproken met de vraag wat ik aan het doen ben. Erg leuk vind ik dat.
Vrouwen in/en het vak greenkeeping? In oktober is de tiende editie van de NGA Ladies Only Day. Je bent erbij. Wat zou je willen terugzien op deze dag?
Ik heb veel ambities. Hoe gaaf zou het zijn dat alle dames zich aanmelden om mee te werken op Bernardus voor de Solheim Cup als deze in Nederland wordt gehouden. Ik kijk erg uit naar de geplande NGA Ladies Only Day met alle vrouwelijke greenkeepers. Leuk om ze te leren kennen. Ik merk overigens geen verschil als vrouw in een toch voornamelijk een mannenberoep is. Of misschien toch een klein verschil: Vrouwen kijken met een andere blik. Denk bijvoorbeeld aan het schoonmaken van prullenbakken met een sopje; Ik denk dat mannen over het algemeen eerder een hogedrukspuit zouden gebruiken. Daarnaast denk ik dat vrouwen soms iets meer op de details letten.
Hoe zou je (jonge) mensen, misschien specifiek vrouwen, motiveren om greenkeeper te worden?
Je moet het niet erg vinden om smerig te worden. Ook moet je van het buiten-zijn houden. Het flyeren in groencolleges, bekend maken van het vak zou een begin zijn. Organiseer een aantal dagen, nodig mensen uit en laat vooral zien en ervaren wat het vak inhoudt. Jongeren die thuis zitten, uitgevallen van school of direct na hun opleiding, die niet weten wat ze willen, adviseer ik: kom gewoon eens een dagje kijken, meewerken; dan proef je wat het werk inhoudt.
Werken in deeltijd is ook mogelijk, maar dat is wel per golfbaan verschillend. Als je eerst je kinderen naar school brengt en dus later start met je werk, kun je het leuke werk, het maaien van (fore)greens, niet doen. Dan zul je meer ingezet worden voor hand- en spandiensten.
Vertel eens iets over jezelf. Wat zijn bijvoorbeeld je activiteiten naast je werk?
Ik heb het vrij rustig in mijn vrije tijd. Ik heb een hond, waar ik elke dag mee het bos in ga. Elke ochtend vroeg voor het werk ga ik eropuit met hem. Na mijn werk maken we lange boswandelingen. Mijn moeder, die ook een hond heeft, loopt dan regelmatig mee.
Krachttraining doe ik één keer per week, dankzij en met mijn broer. Dezelfde broer heeft er ook voor gezorgd dat ik leiding geef aan een scoutinggroep: de verkenners ( 10 tot 15-jarigen). Elke zaterdagmiddag gaan we hakken, zagen, vuur maken, kompasroutes lopen, koken, etc. Het is veelzijdig en pittig met deze pubers. Ik vind het geweldig en krijg er veel voor terug. Scouting vormt vriendschappen voor het leven. Ik zie dat aan mijn broers. Ik zet me ook nog als vrijwilligers in voor de golfclub in de flora- en faunacommissie. We wisselen onderling kennis uit, organiseren excursies voor leden en omwonenden. Niet-golfers hebben geen idee hoeveel natuur er op een golfbaan aanwezig is. Zo maken we golf toegankelijk voor iedereen. Nu ik het zo samenvat, doe ik toch iets meer dan ik in eerste instantie dacht.
Wie is je grote voorbeeld, op wie ben jij trots?
Daar hoef ik niet lang over na te denken. Ik ben het meest trots op het gezin waarin ik geboren ben. Op iedereen uit het gezin. We zijn er voor elkaar. Ze motiveren mij, helpen me vooruit te gaan, mezelf te blijven ontwikkelen. Ze waren de steun in mijn rug toen ik ze hard nodig had. Door hun steun heb ik nu zo’n prachtige baan!
Hoe zouden jouw collega’s je omschrijven?
Ik denk dat ze zeggen dat ik soms erg aanwezig ben en soms mijn mond niet kan houden. En daarnaast dat ik geen blad voor de mond neem, en af en toe een knorrepotje ben. Ook dat ik zeer enthousiast ben, soms te perfectionistisch. Sinds ik hier werk, ben ik mezelf aan het ontwikkelen, leer ik dat het niet altijd supernetjes hoeft te zijn. Ik werk eraan niet te oordelen over een ander als diegene iets minder netjes werkt dan ik zou doen. Iedereen werkt, doet zijn best, op zijn of haar eigen manier. Daarnaast heb ik weleens mijn dag niet; dan loop ik ook de kantjes ervanaf. Voor mij werkt het als ik iemand persoonlijk benader en erover in gesprek ga. Dat blijf ik overigens wel moeilijk vinden.
Heb je een lijfspreuk?
Perfer et obdura – verdraag en volhard!
Dat is een spreuk die ik onlangs in een boek tegenkwam, in een periode dat mijn vader erg ziek was. In die periode voelde het alsof mijn voeten onder mijn lijf vandaan waren gehaald. Deze zin gaf me kracht. Ik moet het verdragen en volharden om erdoorheen te komen. Het is van toepassing op heel veel dingen in het leven.
Heel 2023 is het NGA-thema #BETROKKENHEID. Waar denk jij aan bij het woord ‘Betrokkenheid’?
Bij betrokkenheid denk ik aan veel dingen. Zo denk ik aan mensen die je een appje sturen. Aan mensen die vragen: hoe gaat het met je, of uitgenodigd worden op een feestje. Ik kan er zoveel bij verzinnen. Misschien nog belangrijker is de communicatie op het werk, bijvoorbeeld bij mijn werkgever De Enk Groen & Golf. Zij betrekken je bij veel dingen en organiseren ook familiedagen en activiteiten waar ze iedereen bij betrekken. Heel fijn en bijzonder is dat. Op de golfbaan, Het Rijk, reiken we ook elkaar de hand. Ik doe mee aan de personeelscompetitie, vraag of ze koffie komen drinken. Ik zoek bewust contact. Dat is voor mij #Betrokkenheid.
#Betrokkenheid: probeer naar elkaar te luisteren. Je hoeft het niet altijd eens te zijn om samen tot een mooi (eind)resultaat te komen. Er is altijd een tussenweg als je probeert elkaars mening te respecteren.