Ik heb wel vaker geschreven dat ik moeite heb met cliche’s, maar dat ze bestaan omdat ze nou eenmaal kloppen.
‘Verandering van spijs doet eten’, daar dacht ik vandaag aan. Vandaag sprak ik met een leverancier die met een collega had gesproken over baanblindheid. Zijn collega maakte de mooie analogie met een aardappelveld. Als je te lang aardappels op hetzelfde land verbouwd, krijg je aardappelmoeheid. Een leuke opmerking met een kern van waarheid. (De aardappel staat voor de werknemer, maar dat snapte je natuurlijk al). Toch zijn mensen geen aardappels. Wij kunnen leren en ons ontwikkelen. We kunnen elkaar enthousiast maken. Wij kunnen elders kijken, om vervolgens fris weer terug te keren. Afgelopen najaar en winter heb ik met mijn team een drietal banen bezocht. Dit doen we niet zomaar. De teamleden weten dat ik de dag erna ga vragen wat hen (positief en negatief) is opgevallen. Ook weten ze dat ik ga vragen wat we daar op onze baan mee kunnen. Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat we onze loods en kantine op een andere manier hebben geordend. Dit is een simpele en praktische opsteker voor bij ons op de baan. Echter, er gebeurt meer: het team krijgt een nieuw impuls. De aardappelmoeheid die misschien begon te ontstaan, verdwijnt weer. Naast het bezoeken van andere golfbanen, is het ook goed om mensen over de vloer te krijgen die je kunnen wijzen op dingen die je zelf misschien niet gezien of bedacht had. Iemand die je wijst op baanblindheid kan lastig zijn, maar is oh zo nodig. Dit kan een adviseur zijn, een architect of noem maar op.
Wat volgens mij ook helpt in een team is praten over andere dingen dan greenkeeping. Daar kunnen de meest creatieve gesprekken en of ideeën uit voortkomen. Ook kun je tot meer verbeelding, inleving en begrip komen. Eet je namelijk alleen aardappels, dan mis je de rest van de cuisine. Spreek je alleen over greenkeeping, dan mis je de rest van de wereld.
Ik heb eerder een stukje geschreven met dezelfde boodschap, waarom ik kruisbestuiving stimuleerde. Dit is dus een herhaling van zetten. De kans is groot dat ik ooit weer over dit thema schijf, want de kracht zit in herhaling en dit is een belangrijk thema.
De NGA maakt zich al ruim een kwart eeuw hard voor kennis, kunde en verenigen. We zijn erg begaan met het wel en wee van onze leden. We zijn #betrokken bij wat er allemaal speelt. De NGA draagt bij aan het voorkomen van aardappelmoeheid onder greenkeepers. Maar de NGA heeft ook behoefte aan verversing in de commissies en het bestuur. Ik kan uit ervaring zeggen dat mijn tijd bij de NGA -die voorlopig trouwens nog lang niet ten einde komt- enorm waardevol is geweest voor mijn ontwikkeling tot een volwassen ‘aardappel’.