Jack de Goede

Home » interview » Jack de Goede

Jack de Goede

Hoe ben je in aanraking gekomen met het greenkeepersvak? 
Ik ben opgegroeid in de Wijdewormer. Rob Wilderom was mijn buurman en, toen ik klein was, mijn badmeester. Van Rob heb ik zwemles gehad tot 1986. In 1988 werd de Zaanse Golfbaan een feit en ging het zwembad dicht. Het was niet rendabel deze (betaalde) vijver open te houden, terwijl even verderop het gratis zwemwater ‘t Twiske  te bezoeken was.

Rob liet zich omscholen tot greenkeeper. Vanaf het begin gingen wij als buurtkinderen ballen rapen én zelf balletjes slaan, uiteraard alleen nog op de drivingrange, toen nog gelegen over het hockeyveld. Ballen rapen deden we met de hand, niks machine of kar. Vanaf mijn vijftiende, in 1993, waren mijn vakanties gevuld met werken op de golfbaan, toen nog negen holes. Bosmaaien, regelpaaltjes in zicht brengen, bunkerrandjes opknappen, dat mochten we doen. Ed Voogt was in die tijd greenkeeper op de Zaanse. Na jaren oefenen mocht ik zelf maaien, maar van de greens moest ik nog afblijven; die bleef Rob doen. Greens zijn zo fijngevoelig. Ik heb een keer een marker op de green niet opgemerkt, met als gevolg dat mijn kooi/rondsel flink beschadigd was.  

In 2001 ben ik gestopt met dit mooie werk. Ik wilde kantoorwerk, schone handen, een mooi pak, een dikke auto en koos voor de IVA in Driebergen, een managementopleiding gericht op de autobranche. De opleiding ervaarde ik als een kostschool. Je werd er goed gedrild, wat ik wel nodig had. Te laat komen was een no-go; daar kreeg je serieus straf voor. Ik ben, misschien daardoor, altijd stipt op tijd en vind dat belangrijk dat mijn collega’s ook op tijd zijn. Eén over zeven is te laat! Het halen van targets, als autoverkoper bij Mercedes vanachter een bureau in Amsterdam was zes jaar lang mijn werkomgeving. Op een dag keek ik naar buiten en zag twee jongens buiten schoffelen. Ik kreeg een sterk verlangen mijn pak uit te doen, naar buiten te gaan en met mijn handen te werken. Ik was nog lid op de Zaanse. Rob liet me in 2007 weten dat ik nog steeds welkom was om te komen werken, want ze zochten door de uitbreiding met negen holes immers collega’s. Na een kort gesprek met Rob kwam ik erachter dat ik als greenkeeper net zoveel kon verdienen als een autoverkoper in pak. In het mooie greenkeepersvak kun je goed verdienen. Ik heb meteen mijn baan opgezegd. Ze zochten naast mij nog een collega; dat werd mijn vriend Lars Koene. Op 1 April 2008 kwam ik in vaste dienst. Tegelijk met Lars volgde ik de greenkeepersopleiding en het jaar daarna ging ik door met de hoofdgreenkeepersopleiding. Het was een gezellige lichting met onder meer Eddie Colpaart, Jannes Landkroon, Denis Oomen, Jamie Bijl en Leon van Dijk.  

Ik ben altijd trouw gebleven aan de Zaanse, omdat ik vanaf de opening betrokken was bij de golfbaan, en ik denk ook omdat ik in deze streek opgegroeid ben. De baan is inmiddels overgenomen door Ironwoods Exploitatie BV. Dit geeft nieuwe kansen. Ik krijg ook alle kansen. Als het nu niet lukt, ligt het aan mijzelf. Ik ben op mijn plaats. Met ‘de Stichting’ (de eigenaar vóór overname Ironwoods) heb ik ook een mooie tijd gehad. We hebben hard gewerkt en gestreden, met elkaar! Ik heb heel veel respect voor de manier waarop Sietske Laan de baan heeft overgedragen aan Ironwoods. Zij heeft er veel zweet en tijd in gestoken om het allemaal rond te krijgen.  Mijn vriendin Joyce was eerst mijn collega. Zij werkte hier op de Zaanse in de horeca. Inmiddels heeft de vorige uitbater, Nils, een nieuwe start gemaakt en mijn vriendin is hem als collega gevolgd naar Kavel II in de Beemster.

Wanneer en waarom ben je lid geworden van de NGA? 
Door Rob, Uiteraard! En door de greenkeepersopleiding. Eddie Colpaart werd lid. Ik zit ook in een groepsapp met Ed Voogt, Frank Klaver, Dennis Oomen (voorheen Ode Koedijk), Jannes Landkroon en Engel IJff. Zij zijn ook allemaal lid van de NGA, en Jannes werd voorzitter. Het is leuk en nuttig om gerelateerde dingen met elkaar te bespreken. Ik ben veel te weinig op NGA-dagen aanwezig. Het is vaak een afweging; ik ben altijd druk. Jarenlang was de groep klein: Lars en ik en Sander (Hoogland) als backup. Door Sander ben ik ook wel gemotiveerd om meer met het lidmaatschap te doen en voor de NGA. In het najaar 2022 nog met mijn team naar regiodag west geweest en heb ik deelgenomen aan de reeks ‘Op de koffie bij…..’ Sander heeft mij zelfs aangezet om mijn steentje bij te dragen als lid van de feestcommissie voor de jubileumeditie van de NGA-vakdag 2021. Daar verdient hij een pluim voor.

Hoe zou je (jonge) mensen motiveren om greenkeeper te worden? 
Het allerbelangrijkste is dat ze het zelf graag willen. Je moet uit het juiste hout gesneden zijn. Hou je van vroeg opstaan, buiten zijn, waardeer je de verschillende jaargetijden, ben je niet te beroerd met je handen te werken, dan is het wat voor jou. Het is een prachtig vak, met heel veel verschillende facetten. Wij zijn momenteel bezig om teebox 4 te renoveren. Beregening wordt verlegd, er komt nieuwe opbouw, drainage wordt aangepakt, graszodes gelegd. Het hele project, daar houd ik van. Onlangs hebben we een nieuwe keet gekregen. Wij doen bijna alles zelf: nieuwe riolering en stroom en glasvezel ernaartoe brengen, samen met je collega’s. Mijn ouders hadden een aannemersbedrijf gericht op infrastructuur, en daarvoor deden ze loonwerk. Ik ben opgegroeid met kranen. Wateronderhoud vind ik leuk, de schouw met name. Kan wel zeggen dat dat onze specialiteit is.

Naast mij bestaat ons team momenteel uit vier man: Lars (tegelijk met mij in dienst), Jorrit (de zoon van onze clubkampioen, al 25 jaar de beste golfer op de Zaanse), Sjors, het achterneefje van Rob Wilderom, die moet het greenkeepersvak wel in zijn bloed hebben, en Sander, die bij ons actief is als meewerkend adviseur. De zoons van Sander, Merijn en Kas springen -handig als ze zijn- zomers bij. Sander beantwoordt ook vragen van leden over bijvoorbeeld (fruit)bomen. Ik ben geen hovenier; hij heeft daar weer meer verstand van. Sander heeft ons ook veel kennis bijgebracht over greenonderhoud. Onze greens zijn sinds 2020 nog nooit zo mooi geweest. 

Vertel eens iets over jezelf. Wat zijn bijvoorbeeld je activiteiten naast je werk? 
In 2019 hebben mijn vriendin Joyce en ik het stuwadoorsbedrijf van mijn vader overgenomen. In de binnenvaart lossen wij cacaoschepen van maximaal 500 ton. We hebben drie man in dienst.  
Joyce en ik hebben twee dochters, Bobbie en Fleur van vier en twee jaar. Daar hebben we het uiteraard ook druk mee en we genieten veel van ze. Ik golf ook nog in het eerste team van de Zaanse. Hoe het golfen gaat…. Momenteel heb ik de putteritus, met twee slagen op de green en dan soms vier puts nodig om uit te holen…. Mijn hcp is van 10 naar 17 gegaan.

Wie is je grote voorbeeld, op wie ben jij trots? 
Het meest trots ben ik op mijn gezin! Ik vind het mooi hoe we alles samen bolwerken. Een gezin is ook een bedrijfje, dat moet je ook managen. Hoe wij dat doen, daar ben ik trots op.

Hoe zouden jouw collega’s je omschrijven? 
Als een mannetje van de tijd en denk ook wel dat ze zeggen dat ik een fijne, opgewekte en vrolijke collega ben.  Dat zijn al mijn collega’s ook. Ik houd niet van chagrijnige gezichten. Ik kan ook wel mijn irritatie laten blijken. Dit doe ik door een opmerking te maken in de vorm van een grapje, om het luchtig te houden. We hebben een klein team en ik vind het belangrijk om goed met elkaar om te gaan. Ik kan ook goed lachen om mijn eigen tekortkomingen.

Heb je een lijfspreuk? 
Willen is kunnen!

Heel 2023 is het NGA-thema #BETROKKENHEID. Als vrijwilliger van de NGA toon jij je betrokkenheid. Waar denk jij aan bij het woord ‘Betrokkenheid’? 
Ik weet dat het belangrijk is om betrokken te zijn, bijvoorbeeld bij de NGA. Maar het komt niet altijd uit. Het is makkelijk om ‘nee’ te zeggen, maar Sander laat mij een andere keuze zien. Als ik iets doe, naar een evenement ga, vind ik het ook altijd wel weer leuk. De mensen zijn leuk; dat vind ik belangrijk. Als er geen betrokkenheid is, bestaat de NGA niet. Ik vind Jannes een voorbeeld. Ik weet hoe druk hij het heeft, en toch neemt hij de tijd om zijn inzet en werk voor de NGA erbij te doen.

Eigenlijk vind ik dat het een ‘verplichting’ om je bijdrage te leveren, want als iedereen nee zegt……, tja. 
Ook op school is het lastig om begeleiders te vinden; iedereen heeft het druk. Dus af en toe gewoon DOEN!