Willem Slats

Home » interview » Willem Slats

Willem Slats

Hoe ben je in aanraking gekomen met het greenkeepersvak? 
Mijn vader werkte als greenkeeper en later als caddiemaster op De Haagsche. In de weekenden en op vrije dagen mocht ik van jongs af aan met hem mee. Naarmate ik wat ouder werd, mocht ik op de oefenbaan ballen rapen. Dat deden we toen nog met de hand; voor elke volle emmer kreeg ik 10 cent. Dat was in die tijd toch een leuk zakcentje. Ook zocht ik weleens ballen in de baan zelf; die verkocht ik door aan de caddiemaster.

Toen ik een jaar of 16 was, verdiende ik geld door als caddie mee de baan in te gaan voor leden, soms met wel 2 of 3 tassen tegelijk. Dat was toen nog heel normaal. Tegenwoordig hebben de meeste golfers een trolley of maken gebruik van een buggy.  

David van Heusden (helaas onlangs overleden) vroeg of ik in de schoolvakanties wilde helpen met het opvullen van uitgeslagen divots op de fairway. Met een groep schoolgenoten gingen we onder leiding van één greenkeeper de baan in. Ik vond het heerlijk om in de natuur te zijn en er ook nog eens geld mee te verdienen. 

De schoolopleiding die ik volgde, was de kok/kelner opleiding. Als 17-jarige heb ik dus zelfs gewerkt in de keuken van De Haagsche. In mijn vrije werkte ik ook in de golfshop en als caddiemaster. Net voordat ik 18 werd, in 1980, vroeg David van Heusden (destijds hoofdgreenkeeper) of ik als leerling- greenkeeper wilde komen werken. Daar hoefde ik niet lang over na te denken; ik ging meteen aan de slag. In de natuur werken trok mij meer dan in de keuken. Om meer te leren over het greenkeepersvak, ging ik de greenkeepersopleiding volgen bij IPC in Arnhem.  

Toen David van Heusden tegen zijn welverdiende pensioen aan zat, vroeg het Bestuur aan mij of ik hoofdgreenkeeper wilde worden. Ik had inmiddels 18 jaar gewerkt als greenkeeper en dat wilde ik natuurlijk heel graag. De Haagsche heeft veel in mij geïnvesteerd. Ik ging toen een hoofdgreenkeersopleiding volgen, ook bij de IPC in Arnhem. Om nog meer ervaring op te doen, heb ik 10 dagen stage gelopen op de St George golfclub. Ik werkte ’s ochtends; ’s middags bezocht ik allerlei andere. Dat was erg interessant. 
 

Wat mij ook veel heeft geholpen, is de liefde voor de golfsport. Op jonge leeftijd begon ik al een balletje te slaan met 1 stok. Naarmate dat beter ging, kreeg ik van mijn vader een golfsetje, zodat ik met elke club kon oefenen. Het golfen heb ik echt geleerd van mijn vader en andere oudgedienden op De Haagsche.  

Op een gegeven moment namen leden mij mee de baan in om een kaart te lopen, zodat ik een handicap kon behalen. Toen ik eenmaal mijn HCP gehaald had, mocht ik ook meedoen met de personeelswedstijden. Naarmate het golfen beter ging, en mijn HCP naar beneden, mocht ik ook meedoen met nationale wedstijden zoals De Prins Claus-beker, de Nationale caddie kampioenschappen en later de NGA-wedstrijd. Al deze wedstrijden heb ik meerdere malen gewonnen. De nationale caddiekampioenschap heb ik wel 10 keer achter elkaar gewonnen, waardoor ik de beker zelfs mocht houden. Voor mij was dit extra speciaal, omdat mijn helaas op jonge leeftijd overleden vader er ook op staat. 

Ik heb zelfs samen met Simon van de Werf van Toxandria, de Prins Claus bekerwedstrijd (voor caddies en baanpersoneel) georganiseerd. Op een gegeven moment was er zoveel animo voor, dat we het deelnemersveld hebben veranderd naar alleen baanpersoneel. Na 20 jaar actief betrokken te zijn geweest bij de organisatie, heb ik het los gelaten en is Simon nog een tijdje alleen doorgegaan. Nu is de organisatie van deze wedstrijd in handen van de NGA en NGF. Ik vind het uiteraard heel leuk dat de wedstrijd in stand wordt gehouden. Prins Claus speelde ook op onze baan. Ik kwam hem vaak tegen. Hij heeft zelfs een keer de PC-beker aan mij uitgereikt. De foto hiervan hangt al jaren in mijn kantoor. (zie foto)  

Inmiddels werk ik al 42 jaar op De Haagsche en zie ik elke dag weer als een nieuwe uitdaging. 

Wanneer en waarom ben je lid geworden van de NGA? 
Gelijk bij de oprichting van de NGF in 1991 ben ik lid geworden. In het begin deed ik overal aan mee, vergaderingen en bijeenkomsten. De laatste tien jaar ben ik minder actief betrokken, maar ik blijf zeker lid om op de hoogte te blijven. Dat vind ik belangrijk.

Hoeveel collega’s heb je mogen opleiden?  
Ik heb best wel een hoop jonkies opgeleid, waaronder ook mijn zoon. Ook hij loopt al sinds jongs af aan met mij mee en is zo in het greenkeepersvak gerold. Hij deelt dezelfde passie;  alleen kan hij het bij golfen nog niet van mij winnen. Hij is begonnen op Duinzicht en heeft daarna jaren gewerkt op Golfpark Groendael. Sinds 2 jaar werkt hij nu bij mij!

Wat zijn de grote verschillen tussen toen en nu – op het gebied van het vak en samenwerken. 
Het grootste verschil is toch wel de machines. Vroeger deden wij alles met de hand (zie foto, de eerste triple maaier samen met mijn vader) en nu heb je echt overal wel een machine voor. Innovatie gaat heel hard. Op De Haagsche zijn wij een voorloper wat betreft de machines. De ontwikkeling van GPS-autonoom maaien volg ik op de voet. Op onze geonduleerde baan is dat wel een uitdaging voor de bedrijven. Wij hebben op dit moment een robotmaaier draaien rondom het clubhuis, die we straks ook in de baan kunnen inzetten.

Wij gaan overstappen op elektrische greenmaaiers. Nu, met de lithiumbatterijen, lukt het om al onze 18 greens in een maaibeurt te maaien. Dit is een waanzinnige ontwikkeling. Over tien jaar staan er alleen nog maar autonome maaiers in de schuur, maar dat zegt niet dat er minder greenkeepers nodig zijn. Er is dan waarschijnlijk wel meer tijd voor de randzaken. 

Hoe zou je (jonge) mensen motiveren om greenkeeper te worden? 
Ik denk dat je vooral van het buiten zijn moet houden en ook een affiniteit moet hebben met de golfsport. Als je dat hebt, is het greenkeepersvak wat mij betreft een droombaan. Er is veel afwisselend werk; de ene keer zit je op een machine, de andere keer kan je met je handen bezig zijn.

Vertel eens iets over jezelf. Wat zijn bijvoorbeeld je activiteiten naast je werk? 
Het is 24-7 golf! Maar naast de golf natuurlijk ook het samenzijn met mijn vrouw en (klein)kinderen. Ik heb twee dochters en een zoon. Mijn oudste dochter heeft 3 kinderen. Mijn jongste dochter werkt ook in de golfwereld. Zij werkt op Golfpark Groendael als assistent manager en doet ook de marketing & sales. Ook bij haar zit het in de genen.

Verder ga ik graag op vakantie; de Canarische Eilanden zijn onze favoriet. Ook vind ik het leuk om voetbal, golf en Formule 1 te volgen. 

Wie is je grote voorbeeld, op wie ben jij trots? 
Mijn vader was en is mijn grootste voorbeeld. Ik vind het tot op de dag van vandaag jammer dat mijn vader niet heeft meegemaakt dat ik als hoofdgreenkeeper op De Haagsche werk. Hij overleed op de baan, net het jaar voordat ik de functie kreeg. Dat was een moeilijk moment. Ik zag hem echt dagelijks en mis hem nog steeds. Verder ben ik uiteraard harstikke trots op mijn vrouw en (klein)kinderen.

Hoe zouden jouw collega’s je omschrijven? 
Dat zal je eigenlijk aan hen moeten vragen. Ik denk dat ze mij niet de moeilijkste vinden als leidinggevende. Ik word gerespecteerd door mijn team. Respect, normen en waarden staan hoog in het vaandel bij mij.

Heb je een lijfspreuk? 
Pluk de dag. Geniet, want voordat je het weet lig je onder de (gras)zoden. 😊

Heel 2022 is het NGA-thema #FOCUS. Het jaar 2023 trappen we af met een nieuwe slogan: #BETROKKENHEID. Waar #FOCUS jij je op bij #BETROKKENHEID?  
Saamhorigheid. We moeten het doen met zijn allen. Met alle commissies, de hele staf. Maar ook met de leden. Interactie met de leden heb ik dagelijks. Ik probeer de leden altijd te betrekken bij wat ik doe in de baan. Dit leg ik vaak uit in het clubblad, dat 6 keer per jaar uitkomt. Ook houd ik op de ledenwebsite een blog bij, al schiet dit er soms toch bij in door de drukte.  
Verder heb ik ook veel contacten met de duinbanen. Ik ga daar regelmatig langs en we organiseren al ruim 20 jaar ook samen de Duinbaantrofee. Wij spelen dan een golfwedstrijd met alle personeelsleden.  Ook vind ik het belangrijk om betrokken te zijn bij de golfbanen in de buurt, om kennis uit te wisselen en elkaar te helpen.