Eerst zaaien, dan oogsten

Home » interview » Eerst zaaien, dan oogsten

Eerst zaaien, dan oogsten

Hoe ben je in aanraking gekomen met het greenkeepersvak?
Tijdens het laatste jaar van de middelbare beroepsopleiding aan de MBCS in Velp had ik de keuze om naar het HBO door te stromen of te gaan werken. Ik was de schoolbanken wel zat maar wist nog niet wat ik zou willen doen. Tijdens mijn beroepsopleiding was ik ook veel aan het werk op een boerderij bij mij in het dorp. Het vrije van de boerderij en het werken buiten trok mij wel, maar de vooruitzichten in de agrarische branche waren toen ook niet echt rooskleurig, dus dat viel af. In de school was een uitzend-/bemiddelingsbureau gevestigd. In het voorjaar zag ik daar een advertentie staan met een vacature op de Sallandsche Golfclub. Ik heb daarop gereageerd en ben meteen na het slagen voor mijn diploma op de MBCS op de golfbaan begonnen.

Wanneer en waarom ben je lid geworden van de NGA?
Op de Sallandsche waren alle collega’s lid van de NGA. De allereerste voorzitter van de NGA, Ties Straatman, was daar werkzaam, dus ik viel met de neus in de boter. Het is belangrijk om een netwerk te ontwikkelen waarmee je kunt sparren. De NGA heeft mij dat netwerk gegeven en daardoor groei je als greenkeeper.


Er is een NGA werkgroep ter promotie van het greenkeepersvak. De werkgroep werkt momenteel een script uit voor een promo-film (mogelijk meerdere, geschikt voor diverse doelgroepen) en maakt een PowerPoint. Het inzichtelijk maken van leerbedrijven met behulp van een kant-en-klaar informatiepakket voor scholen, ligt ook in de planning.
Je bent actief in deze NGA-werkgroep. Wat zou je willen bereiken?

Als je bij andere bedrijven en greenkeepers in de keuken kunt kijken, ontwikkel je nieuwe inzichten. Met die inzichten verrijk je je eigen kunde. Mijn schoonvader is leraar op een plaatselijke aoc en organiseert jaarlijks een introductiedag voor derdejaarsleerlingen. Hij was op zoek naar een nieuwe locatie en vroeg mij of ik die dag kon verzorgen. Inmiddels heb ik zeker acht keer een groep ontvangen, en telkens zie je de verwondering en interesse bij de leerlingen. Als je vertelt wat er in een jaar gebeurt op een golfbaan, komen er allerlei vragen op je af. Vaak zijn dit de standaardvragen die je altijd krijgt. Het leukste is het als een 15-jarige een opmerking maakt waardoor je zelf aan het denken wordt gezet. Juist die interactie en frisse blik hebben we nodig om met zijn allen verder te komen.

Dit initiatief kan een mooie tool zijn om juist die doelgroep te laten zien hoe mooi het vak en deze sector is. Vandaar dat ik er graag aan mee wil werken. Toen ik erover hoorde, sprak het me meteen aan. In de twaalf jaar dat ik op de Voortwisch was, heb ik ongeveer tien mensen geïntroduceerd in het werken als greenkeeper. Een aantal daarvan werkt nog steeds op de baan. Éen is er overgestapt naar een betaaldvoetbalclub. Twee oudstagiaires werken op anderen banen in de buurt. Daarom roep ik greenkeepers op om zich aan te sluiten bij dit initiatief en met de presentatie en film langs te gaan bij een school in de buurt. Zo houden we het vak en de sector gezond. Je moet eerst zaaien om te kunnen oogsten.

Vertel eens iets over jezelf. Wat zijn bijvoorbeeld je activiteiten naast je werk?
Naast het werk en drukke gezinsleven maak ik graag tijd vrij voor het maken van muziek. Drie jaren geleden ben ik begonnen met het spelen van trombone.  Alle begin is moeilijk, maar iets nieuws leren en jezelf ontwikkelen is supergaaf. Het lidmaatschap van een muziekvereniging en inmiddels een bescheiden bestuurlijke taak leveren leuke contacten en inzichten op.

Wie is je grote voorbeeld, op wie ben jij trots?
Ik vind het knap als mensen zich na een grote tegenslag niet uit het veld laten slaan. Mijn broertje van 36, bijvoorbeeld, ondergaat op dit moment een chemotraject. De vooruitzichten zijn supergoed en dat doet goed. Met sommige diagnoses word je gedwongen om van dag tot dag te leven. Ik zie hoe hij dat ondergaat en dat vind ik heel knap.

In mijn werk kijk ik op tegen mensen die vanuit hun passie werken. Een paar jaar geleden kwam ik in aanraking met Duurzaam Golfbaan Beheer (DGB). Onder leiding van Flip Wirth is deze groep al jaren bezig om op een duurzame manier te werken. Duurzaam in de zin van de speelkwaliteit monitoren en inzichtelijk maken, duurzaam wat betreft in de input van bedrijfsmiddelen, water, mest, de inzet van mensen, noem maar op. De onvermoeibare drive van Flip was voor mij jarenlang een bron van inspiratie.

Hoe zouden jouw collega’s je omschrijven?
Ik hoop dat collega’s mij beschrijven als betrokken en toegankelijk. Door je collega’s vertrouwen, autonomie en eigen verantwoordelijkheid te geven, kom je het verst als team, denk ik. Bij mijn nieuwe werkgever zie ik dat ook; daar komen heel mooie projecten van de grond.

Heb je een lijfspreuk?
Er zijn zoveel spreuken die pakkend zijn. Laatst hoorde ik een mooie van een oud-voorzitter van de muziekvereniging: ‘Je moet niet denken: wat betekent de vereniging voor mij, maar wat kan ik voor de vereniging betekenen.’

Heel 2023 is het NGA-thema #BETROKKENHEID.  Waar denk jij aan bij het woord ‘Betrokkenheid’?
Ik zou het mooi vinden als we als vakvereniging mensen kunnen enthousiasmeren voor het werk en de sector. Achter de schermen is de vereniging met veel mensen in gesprek om het beleid en opleiding naar een nog hoger niveau te tillen. Daar heb je betrokkenheid bij nodig.